Een goed werkende dimmer kan het verschil maken tussen storend licht en de perfecte sfeer in huis. Toch merken veel mensen dat hun lampen knipperen of niet ver genoeg dimmen. In dit artikel leg ik je precies uit hoe je een dimmer goed afstelt, waar je op moet letten en hoe je het meeste uit je ledverlichting haalt.
Zoals je weet, zijn ledlampen gevoeliger dan traditionele gloeilampen. Als de dimmer niet goed is afgesteld, kun je last krijgen van flikkerend licht, een te hoge minimale lichtsterkte of zelfs een lamp die niet helemaal uitgaat. Door de dimmer goed af te stellen, verbeter je de werking én verleng je de levensduur van je verlichting.
Niet alle dimmers zijn geschikt voor ledverlichting. Controleer altijd of je dimmer een led-dimmer is. Staat er "R, L" of "C" op zonder led-symbool? Dan heb je waarschijnlijk een conventionele dimmer. Die werkt meestal niet goed met led. Kies altijd voor een fase-afsnijdende (trailing edge) dimmer als je ledlampen gebruikt.
Stroom uitschakelen – Zet de groep uit waarop de dimmer is aangesloten.
Draai de dimmerknop los – Bij de meeste modellen kun je de knop er voorzichtig aftrekken.
Zoek de stelschroef – Binnenin de dimmer vind je meestal een kleine schroef. Hiermee stel je het minimale dimniveau in.
Stroom aanzetten – Zet de stroom weer aan terwijl je de lamp in de gaten houdt.
Stel het minimum in – Draai aan de schroef totdat het laagste punt bereikt is waarop de lamp stabiel blijft branden.
Test het bereik – Draai de dimmerknop omhoog en omlaag om te kijken of het hele dimbereik goed werkt.
Gebruik altijd dimbare ledlampen.
Combineer nooit verschillende lampen op één dimmer.
Vermijd het gebruik van goedkope merkloze dimmers; die leveren vaak problemen op.
Laat de dimmer een paar minuten draaien op het laagste niveau om te controleren of het licht stabiel blijft.
Geen reacties gevonden.